Gezinsvoogd als jongleur geen basis meer

Gezinsvoogd Paul Philipsen kent het handboek " De Gezinsvoogd als `Jongleur"  niet volledig genoeg om in te kunnen gaan op de kritiek die de stichting KOG op het boek heeft. " Ik weet niet precies letterlijk wat er in het boek staat", zegt hij. Hij wil de kritiek dus niet weerleggen maar ook niet bevestigen.

In mijn ogen is het boek vooral bruikbaar als naslagwerk. De auteur heeft heel veel ervaring vang gzinsvoogden verzameld en op die manier is het een naslagwerk voor de methodiek geworden", zegt hij. " Aan de andere kant vormt het niet meer de basis voor het functioneren van gezinsvoogden. Daarvoor is nu de Deltamethode in gebruik.  Wie gezinsvoogd wil worden, moet eerst een `deltatraining volgen", zegt hij.

Karakteristiek voor de methode is het vier stappenplan. Allereerst stelt de gezinsvoogd vast wat de sterke en wat de zwakke kanten van het gezin zijn. In stap twee beschrijft hij wat de gevolgen voor de ontwikkeling van het kind of de kinderen zijn. In stap drie komt dan de koers die de gezinsvoogd wil volgen aan de orde, Stap vier laat zien wat het einddoel van de bemiddeling moet zijn. " Centraal daarbij is het overleg met ouders en kind of jongere. Alles wordt overlegd. Het komt voor dat ouders zeggen dat ze de hele aanpak niet nodig vinden. Dan hebben we een probleem want de kinderrechter heeft immers al bepaald dat er een ingreep nodig is."

Bij de aanpak volgens de Deltamethode, die nu algemeen gebruikelijk is, speelt het boek " De gezinsvoogd als jongleur`'  geen centrale rol meer.