Over hardwerkende vrouwen en dikke vrienden

Van hard werken ga je niet dood, is een aloud gezegde. Maar van hard werken kun je wel dikker worden; althans als je een vrouw bent tussen de 45 en 50 jaar en meer dan 45 uur per week werkt. Dat blijkt uit een recente Australische studie naar gewicht bij vrouwen. Een Amerikaans onderzoek toont intussen aan dat het voor je gewicht(stoename) heel veel uitmaakt met wie je omgaat. Je netwerk bepaalt mede hoe zwaar je bent.

Wie denkt dat je als je flink aan het werk bent, je wel geen tijd zult hebben om allerlei dik makende zaligheden tot zich te nemen, heeft het mis. Vrouwen die gemiddeld meer dan 49 uur per week werken, kwamen in twee jaar tijd 1,9 procent van hun ‘start’gewicht aan. Bij vrouwen die parttime werken, is dat 1,5 procent. Uit het onderzoek van de Monash Universiteit in Melbourne blijkt ook dat vrouwen die niet buitenshuis werken minder aankomen dan vrouwen die wel buiten de deur werken.

Sporten en bewegen

De onderzoeksleider van de Australische universiteit veronderstelt dat een van de redenen dat niet buitenshuis werkende vrouwen minder of niet aankomen, is dat deze vrouwen meer tijd hebben om te sporten en te bewegen. Op die manier blijven ze min of meer op gewicht. Een derde van de onderzochte vrouwen bleek tijdens de onderzoeksperiode te zijn afgevallen, maar dat waren nooit de buitenshuis werkende vrouwen.

Er zijn nog meer gevaren die de hardwerkende vrouw kunnen bedreigen. Wie meer dan 41 uur per week werkt, loopt een groter risico te roken, meer te drinken, weinig te slapen en minder te sporten. Volgens de onderzoekers drinkt 65 procent van de vrouwen in deze categorie zelfs ‘gevaarlijk veel’ alcohol.

Slanke vrienden

Een studie onder 1800 scholieren van de middelbare school van de Loyala Universiteit van Chicago toont aan dat de keuze van vrienden te maken heeft met het gewicht. Wie omgaat met vrienden die slanker zijn (BMI 20), komt nauwelijks aan of valt zelfs af, terwijl omgang met dikke(re) vrienden er toe leidt dat je zelf ook dikker wordt. Volgens de onderzoekers wijst dit onderzoek uit dat bij maatregelen tegen overgewicht er veel meer op de sociale netwerken van jongeren moet worden gefocust dan op die ene jongere zelf.

Uit het onderzoek blijkt dat als een jongere op de grens van overgewicht slanke vrienden heeft, hij 40 procent kans heeft om in de toekomst af te vallen en 27 procent om aan te komen. Heeft hij vrienden met een BMI van 30 (veel te zwaar), dan zijn zijn kansen om af te vallen 15 procent en om aan te komen 56 procent. Bij het onderzoek werd ook gekeken naar het bewegingspatroon van de jongeren en hun vrienden en hoeveel tijd ze gemiddeld tv kijken en achter de computer zitten.