Moedermelk en insuline – een verrassende combinatie

Foto: Flickr/Frank De Kleine (Creative Commons)

Zou het aan het jaargetijde liggen? Of gewoon aan zeven maanden na dato, zeg rond de jaarwisseling? Of omdat ‘iedereen’ nu plots naar buiten komt omdat het mooi weer is? Hoe het ook zij, het lijkt wel of de halve vrouwelijke bevolking zwanger is. Waar je ook kijkt, bollende buiken in allerlei stadia, en die stralende vrouwengezichten erboven, met die speciale glans die alleen is weggelegd voor zwangere vrouwen…

Geen wonder dat een bericht over moedermelk dan opeens opvalt tussen alle berichten over gezondheid en gezondheidszorg. Want wat blijkt, volgens Amerikaanse wetenschappers van het Cincinnati Children’s Hospital Medical Centre en de Universiteit van Californië Davis: een verstoorde insulinehuishouding is een belangrijke oorzaak van de moeizame melkproductie na de bevalling bij vrouwen met overgewicht. De wetenschappers hebben hun bevindingen gepubliceerd in het tijdschrift Plos One.

Actieve genen

Uit de resultaten van het onderzoek van de wetenschappers blijkt dat insuline een veel grotere rol in het lichaam speelt dan altijd werd gedacht. De genen die actief worden bij het op gang komen van de melkproductie werden door de onderzoekers heel precies onderzocht. Uit dat speurwerk bleek dat de genen die ook actief zijn bij de insulineproductie plotseling heel actief worden in de borsten op het moment dat de melk moet gaan vloeien. Die combinatie van insulineproductie en moedermelk is heel verrassend.

Vooral vrouwen met overgewicht en vrouwen die op latere leeftijd moeder worden, hebben moeite voldoende moedermelk te produceren. Deze vrouwen lopen ook het grootste risico diabetes te krijgen, immers een aandoening van een verstoorde insulinewerking en –verwerking.

Medicatie

Een oplossing voor het moedermelkprobleem zou kunnen zijn om medicijnen tegen diabetes toe te dienen aan vrouwen die de melkproductie niet of nauwelijks op gang krijgen. Dat willen de onderzoekers gaan uitproberen. Wat daar tegen pleit is dat vrouwen die borstvoeding geven zo min mogelijk tot geen medicijnen moeten innemen.

De problematiek zou eerder bij de bron moeten worden aangepakt, erkennen ook de onderzoekers: meer beweging door en een aanpassing van het voedingspatroon van de zwangere vrouw. En daarbij stuiten we op een aloud probleem dat steeds meer als nijpend wordt beschouwd: we (en dus ook de zwangeren onder ons) eten te veel en verkeerd en we bewegen veel te weinig. Die “30 minuten bewegen” campagne van de overheid heeft nog een lange weg te gaan.